De voorzitter:
De heer Koen Van den Heuvel:
Het stabiliteitsprogramma bevat ook een belangrijke context, namelijk dat alle overheden naar nul gaan in 2015. U zult zeggen dat dat ook normaal is. Wij vinden dat hier in Vlaanderen al lang normaal, maar u weet dat we toch een tijdje in andere omstandigheden hebben geleefd. De Hoge Raad van Financiën had de 65/35-regeling vooropgesteld waarbij de deelstaten, ook al hadden ze al een begroting in evenwicht, toch nog een extra bijdrage moesten leveren. Dit is allemaal van de baan, in dit nieuwe stabiliteitsprogramma staat heel duidelijk dat alle overheden naar een evenwicht moeten gaan. Dat wil zeggen dat deelstaten – en dan denken wij aan Vlaanderen – niet langer moeten opdraaien voor tekorten op andere niveaus zodat bijvoorbeeld het deficit van een federale overheid gesocialiseerd zou worden door overschotten op andere niveaus. Ik denk dat het voor Vlaanderen toch ook een grote stap voorwaarts is dat dit werd gehaald.
Ik hoor zeggen dat Brussel respijt krijgt tot 2015. Welnu, mijnheer Van Hauthem, vroeger was dat tot 2016. Men vraagt heel duidelijk een extra inspanning aan Brussel om een jaar te vervroegen. Ook voor het Waalse Gewest is de boodschap heel duidelijk, de federale overheid stelt dat er in 2015 geen tekorten mogen zijn, dat alle overheden op nul moeten uitkomen. Dat is toch wel een ander uitgangspunt dan een jaar geleden in rapporten van de Hoge Raad van Financiën.
De heer Joris Van Hauthem:
De heer Koen Van den Heuvel:
Ik wil nog even stilstaan bij het positieve element dat Vlaanderen in de komende jaren een begroting in evenwicht moet hebben en geen overschotten. We kunnen volop investeren in een goed ondersteunend beleid, in onderzoek en ontwikkeling, in gebouwen voor onderwijs, in een betere mobiliteit en in noodzakelijke investeringen voor Welzijn, zodat we daarvoor budgetten kunnen vrijmaken.
Mijnheer Van Hauthem, is dat iets nieuws wat u zegt? In de nota van Bart De Wever, ondertussen anderhalf jaar geleden, stond dat bij bevoegdheidsoverdrachten 90 procent zou worden overgedragen. Het stond ook in de nota-Vande Lanotte, het stond in bijna alle nota’s die de voorbije jaren zijn gepresenteerd bij de staatshervormingsbesprekingen. Er is dus niets nieuws onder de zon. U doet nu alsof Vlaanderen zich in de doeken heeft laten doen. Neen, dat is absoluut niet juist. Vroeger was het en-en, nu is het feit dat we een overschot moeten hebben, geschrapt, en het andere is blijven staan. Maar het bestond vroeger ook. Het is een beetje flauwtjes om nu te zeggen dat dit totaal nieuw is. Het stond in verschillende nota’s van verschillende partijen. Bevoegdheidsoverdrachten zouden niet aan 100 procent gebeuren.
Ik ga ermee akkoord dat we dat moeten bewaken. Dat is iets anders. We moeten daar niet freewheelend over gaan. Ik roep de Vlaamse Regering op om de komende maanden in het overleg op de Vlaamse strepen te staan. Dat geldt voor alle deelstaten. Dat moet ook eens worden gezegd: we zitten in poleposition. In vergelijking met het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is onze situatie toch wat comfortabeler om die discussie met de federale overheid aan te gaan. Ik ben ervan overtuigd dat de andere deelstaten zeker een partner voor ons zullen zijn om het overleg met de federale overheid aan te gaan.
Als woordvoerder van onze fractie vind ik dit een positieve ontwikkeling. Die zegt dat overschotten voor Vlaanderen niet noodzakelijk zijn tegen 2015, zodat we ons beleid volop kunnen voortzetten en de groei van investeringen van Welzijn tot Mobiliteit kunnen stimuleren. Inzake de discussie over de bevoegdheidsoverdrachten geloof ik sterk in de daadkracht van onze minister-president en zijn team om voor Vlaanderen een goede prestatie neer te zetten. (Applaus bij de meerderheid)