De voorzitter:
De heer Koen Van den Heuvel:
Ik weet dat het eerst een federale bevoegdheid is, om een wet te maken en het kader te scheppen. Daarna kunnen de deelstaten daarop inspelen. De minister-president heeft het altijd over een copernicaanse omwenteling: de deelstaten moeten hun wensen kenbaar maken en dan moet het federale niveau volgen, ten dienste van de deelstaten. Dit kan een mooi voorbeeld zijn, als vanuit de deelstaten duidelijke signalen worden gegeven dat onze lokale besturen, met de VVSG op kop, vragende partij zijn. Voor ons kan het ook een bijkomend flexibel element zijn in het politieke personeelsbeleid van de Vlaamse overheid.
Minister, hoe staat u daar tegenover? Wat is het standpunt van de Vlaamse Regering? Kunt u het standpunt mee ondersteunen om interimarbeid mogelijk te maken binnen de Vlaamse overheid en de lokale besturen? Kunt u op die manier een duidelijk signaal geven aan de Federale Regering om werk te maken van dat kader?
De voorzitter:
Minister Geert Bourgeois:
De tweede hinderpaal is het algemeen principe koninklijk besluit (APKB) dat ons verbiedt om een beroep te doen op interimarbeid. We mogen volgens het APKB alleen met statutairen en contractuelen werken. We zijn al lang vragende partij om die situatie te wijzigen. Zoals u zegt, is er een Europese richtlijn die zegt dat een staat geen beperkingen mag opleggen aan interimarbeid tenzij om redenen van veiligheid, gezondheid, misbruik enzovoort. Daar zijn we het natuurlijk allemaal over eens. Die richtlijn moest federaal worden omgezet tegen 5 december 2011. Dat is niet gebeurd. Ik ben blij dat de staatssecretaris zegt dat hij er werk van gaat maken. Het wordt tijd, want de wet dateert van 1987.
De Vlaamse Regering heeft al in 2008 officieel aan de Federale Regering gevraagd om uitvoering te geven aan de wet van 1987. Eigenlijk moet ook het APKB worden afgeschaft. Als het uitvoeringsbesluit er komt en het APKB overeind komt, kunnen wij wel maatregelen nemen, maar riskeren we weer procedures. De Raad van State heeft al gezegd dat het niet kan dat de federale overheid zelf beslissingen neemt en dan maatregelen neemt die er mee in strijd zijn. Ik zou zelf ook liever die procedures vermijden. Om wel te zijn, zou men dus ook het APKB moeten aanpassen op federaal vlak. We hebben dat laten weten en het staat ook in de beleidsnota.
Ik zal nog eens aan de staatssecretaris laten weten dat we dat steunen en naar de timing vragen om toe te laten dat, waar nodig, wij onze besluiten daar tijdig op kunnen laten inspelen.
De heer Koen Van den Heuvel:
Ik ben blij dat de Vlaamse Regering dat signaal geeft. Het is goed dat ook de deelstaten vragen om er werk van te maken. We worden ook een beetje opgejaagd door de lokale besturen. Daar is soms een ambigue situatie. Sommige maken er gebruik van en zitten in de grijze zone omdat er dus wel uitzonderingen mogelijk zijn.
Ik ben blij dat u bij de federale overheid aan de deur gaat kloppen met de duidelijke stelling dat Vlaanderen akkoord gaat en vragende partij is om interimarbeid bij de overheid toe te laten.
De voorzitter:
De heer Peter Gysbrechts:
Ik zou me graag aansluiten bij het verzoek om met zān allen een oplossing te vinden.
De voorzitter:
De heer Kurt De Loor:
Ik stel ook vast dat het systeem van interimarbeid een duur systeem is voor de werkgever. Dat heb ik in dit debat nog niet gehoord.
Minister Geert Bourgeois:
Mijnheer De Loor, u bood een aantal elementen aan die me niet in strijd lijken met wat wordt beoogd met die uitzendarbeid. Ik ā en naar ik aanneem iedereen ā ben het natuurlijk met u eens dat er geen misbruik van mag worden gemaakt. Ik ben daar ook niet bang voor. Zoals u zelf zegt, is dit een duur systeem. Ik kan me dus niet voorstellen dat onze leidend ambtenaren of lokale besturen een beroep zullen blijven doen op een uitzendkracht om een functie in te vullen die duurzaam en van onbepaalde duur is. Dat kan niet de bedoeling zijn. Trouwens, op dat moment zouden de vakbonden daar ook wel tegen reageren, meen ik.
Ik kan de verwachtingen of de eigenschappen als werkgever die u de overheid toedicht, alleen maar onderschrijven. Wij moeten betrouwbaar en duurzaam zijn. Wij moeten kwaliteit garanderen voor die mensen. De beide lijken me echter niet onverenigbaar. Zoals de heer Gysbrechts ook zegt, is uitzendarbeid er precies om in onvoorziene omstandigheden, zoals een plotse ziekte, het plots wegvallen van een titularis, een functie die echt moet worden bemand, meteen opnieuw te kunnen laten uitoefenen door iemand die daarvoor gekwalificeerd is. Als er een lange procedure moet worden doorlopen, zoals de overheid dat moet doen bij aanwervingen, raakt men hopeloos achterop en kan het enkele maanden duren voor de geschikte persoon er is. Het ene is echt niet in tegenstrijd met het andere.
De heer Koen Van den Heuvel:
De voorzitter: