De toekenning van de belastingvermindering bij de onroerende voorheffing voor kinderen ten laste zal vanaf januari 2023 rechtvaardiger gebeuren. Dat heeft de Vlaamse regering beslist in het kader van de begroting 2023. Er komt een forfaitaire Vlaamse korting van 8 euro per kind. In het geval van co-ouderschap kan de ouder waarbij de kinderen niet gedomicilieerd zijn maar wel een deel van tijd de zorg op zich neemt een deel van de korting aanvragen. Koen Van den Heuvel pleit al jaren voor een hervorming. Hij is dan ook tevreden dat er eindelijk een oplossing komt voor ouders met een co-ouderschapsregeling.
Op 23 juni 2022 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat de fiscale regels in Vlaanderen inzake de belastingverminderingen voor kinderen ten laste bij de onroerende voorheffing oneerlijk zijn voor mensen in co-ouderschap en dus in strijd zijn met de Grondwet. Eerder waren er al gelijkaardige arresten over de wetgeving in Wallonië en het Brussels Gewest. Door het arrest moet Vlaanderen de regelgeving aanpassen. In kader van de begrotingsopmaak 2023, heeft de Vlaamse regering hierover een akkoord bereikt.
Wat verandert er concreet? Vanaf het aanslagjaar 2023 krijgen gezinnen met twee kinderen of meer een forfaitaire korting van 8 euro per kind vermeerderd met de opcentiemen van het lokaal bestuur waar de woning gelegen is. Een kind met een beperking telt net zoals vandaag voor twee kinderen. Op voorstel van cd&v werkt men met een heel eenvoudig en transparant systeem: een forfaitair bedrag, gelijk voor elk kind, waarop de provinciale en gemeentelijke opcentiemen worden toegepast. “Met het voorstel zoals goedgekeurd wordt de kindkorting in de onroerende voorheffing eerlijk verdeeld tussen co-ouders en respecteren we ook de gemeentelijke fiscale autonomie”, stelt Koen Van Den Heuvel, die al jaren pleitbezorger is voor de hervorming.
Er komt nu een stabiele korting die niet meer progressief meestijgt met het aantal kinderen. Deze aanpassing is nodig om de discriminatie ten aanzien van co-ouders weg te nemen en te voldoen aan het arrest van het Grondwettelijk Hof. Door deze wijziging is het mogelijk om, in het kader van een co-ouderschapsregeling, een deel van de vermindering toe te kennen aan de ouder bij wie de kinderen niet gedomicilieerd zijn, maar die er wel een deel van tijd zorg voor draagt. Een van beide ouders dient de opsplitsing van de vermindering eenmalig aan te vragen bij de Vlaamse Belastingdienst, uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar. Bij de aanvraag moet een bewijs van gedeeltelijke huisvesting toegevoegd worden.
Vlaams parlementslid Koen Van den Heuvel waarschuwde in de commissie Financiën al meermaals voor de fiscale discriminatie tegenover co-ouders: “Co-ouders, die een deel van de tijd voor hun kinderen zorgen, hebben allebei recht op ondersteuning. Sinds 2016 heb ik de bevoegde ministers gewezen op de onrechtvaardige behandeling en gevraagd voor een aanpassing. Ik ben dan ook blij dat er eindelijk een oplossing is.”
Deze hervorming is een stap in de goede richting. “Vlaanderen moet een voortrekkersrol spelen om de fiscaliteit af te stemmen op de verscheidenheid aan samenlevingsvormingen. We blijven werk maken van eerlijke en rechtvaardige belastingen,” concludeert Van den Heuvel.