De Vlaamse Regering heeft de voorbije drie jaar ruim 480 miljoen euro gespendeerd aan projectoproepen gericht aan steden en gemeenten. 30% van de middelen vloeit naar provincie Antwerpen. Dit blijkt uit een analyse van Vlaams parlementslid Koen Van den Heuvel (cd&v) nadat hij bij de Vlaamse ministers een overzicht van subsidies heeft opgevraagd.
Van den Heuvel heeft een studie uitgevoerd over de projectsubsidies aan lokale besturen voor de jaren 2019, 2020 en 2021. De analyse loopt over drie jaar om eventuele pieken en dalen uit te vlakken. Uit de analyse blijkt dat de Vlaamse regering de afgelopen drie jaar 486 miljoen euro subsidies aan lokale besturen heeft uitgedeeld. Dit bedrag is exclusief de ondersteuning voor de vaccinatiecentra. 31% van het totaal subsidiebedrag gaat naar de 69 Antwerpse gemeenten. Volgens Vlaams parlementslid Van den Heuvel niet zo onlogisch aangezien provincie Antwerpen de meeste inwoners heeft. Per inwoner van de provincie Antwerpen gaat het over een bedrag van €80,19. Het Vlaams subsidiegemiddelde ligt op €73,19 per inwoner. “Het subsidiebedrag voor de Antwerpse gemeenten mag dan wel bovengemiddeld zijn, de verschillen binnen de provincie Antwerpen zelf zijn ook immens groot”, weet Van den Heuvel. “Mechelen is koploper met projectsubsidies ten belope van €243,25 per inwoner. De gemeente Hove sluit de rij af met een totaalbedrag van €8,71 per inwoner”.
De grote verschillen tussen gemeenten kennen verschillende oorzaken. Ook de VVSG heeft dit reeds erkend. “Zo hebben centrumsteden meer bestuurskracht om projectvoorstellen in te dienen. Vaak is er heel wat voorbereidend werk en een administratieve last verbonden aan de projectoproep en zijn er strakke deadlines. Daarnaast komen de projectoproepen niet altijd op een goed moment in het planningsproces van steden en gemeenten.” Maar dat is niet de enige reden volgens Van den Heuvel: “De ene centrumstad gaat actiever om met projectsubsidies dan een andere stad en ook tussen gemeenten onderling zijn er verschillen. Ik wil toch oproepen om te waken over een meer billijke verdeling van de subsidies.”
Volgens Van den Heuvel moet vooral het subsidiesysteem beter en hij werkt hiervoor op drie sporen. Hij waarschuwt om te beginnen voor een projectisering van het beleid waarbij de lokale besturen aanzien worden als uitvoerders van het Vlaamse beleid. Hij pleit dan ook voor een voldoende brede algemene financiering waarop de projectsubsidies een eerder beperkte aanvulling vormen. Om de toegankelijkheid van de projectoproepen te verhogen roept hij de minister op om een projectportaal op te richten die alle projectoproepen op voorhand aankondigt en bundelt. Tot slot moet de Vlaamse Regering ook durven bekijken hoe men de plan- en rapporteringsverplichtingen kan vereenvoudigen. “Projectoproepen spelen een belangrijke rol maar momenteel zien veel lokale besturen de bomen door het bos niet meer. Met deze drie hoofdlijnen zetten we in op een slim en haalbaar beleid rond projectoproepen”, besluit Van den Heuvel.